Midden in Nationaal Park de Biesbosch ligt het Biesbosch Museum. Hier leer je van alles over het ontstaan en de geschiedenis van de Biesbosch en kun je wandelen over het museumeiland. Wat kun je verwachten van een dagje Biesbosch Museum?
Ik trok er op een druilerige donderdagmiddag op uit en ontdekte dit bijzondere stuk natuur met een heel markante historie.
Het Biesbosch Museum bij Werkendam
Het Biesbosch Museum ligt diep verscholen in de Biesbosch, zo’n 10 kilometer voorbij Werkendam. Het ligt op een eilandje. Voluit heet het museum “Biesbosch MuseumEiland”, maar ik zal het kortheidshalve Biesbosch Museum noemen. Het eiland bestaat pas sinds kort doordat dit gedeelte is ontpolderd. Het geeft mooi aan hoe dit natuurgebied alles behalve natuurlijk is ontstaan. Al eeuwenlang is de Biesbosch een gebied waar mensen het land hebben vormgegeven tot wat het nu is.
Het museum heeft een opvallend uiterlijk. Het lijkt bijna alsof het Biesbosch Museum jaren onder de grond heeft gezeten en opeens eruit omhoog is geduwd. Enkele piramidevormige koepels begroeid met gras en kruiden vormen het ecologische dak van het gebouw uit 2015 dat is ontworpen door Marco Vermeulen. Het past daardoor perfect in de omgeving, waarin het enerzijds lijkt weg te vallen en anderzijds juist extra opvalt.
Het museum heeft een vaste en een wisselende expositie. De vaste tentoonstelling vertelt over de ontstaansgeschiedenis van de Biesbosch, over de ambachten die hier door de eeuwen heen zijn uitgevoerd en over de natuurontwikkeling.
Ontstaan van de Biesbosch door de Sint-Elisabethsvloed
Al direct in de eerste zaal worden het ontstaan van de Biesbosch onthuld. Tot in de 15e eeuw bestond dit gebied uit polders waarop meerdere dorpen voorkwamen. Maar toen kwam het water. Op 19 november 1421, de naamdag van St Elisabeth, braken de dijken en vond er een watersnood plaats: de Sint-Elisabethsvloed. Volgens grove schattingen vonden 2000 mensen de dood en werden 16 dorpen door het water verzwolgen.
Deels kwam de ramp door de politieke conflicten in die tijd (de Hoekse en Kabeljauwse Twisten, zoals we ons allemaal nog herinneren van de basisschool, toch?). Door deze strijd hadden de dijken een achterstallig onderhoud. Herkenbaar? Ook in de ramp van 1953 was achterstallig onderhoud door oorlogen een van de oorzaken. Anders dan in 1953 lukte het maar niet het land weer droog te krijgen. Na weer een dijkdoorbraak in 1424 hebben de bewoners het opgegeven en zo ontstond er een binnenzee.
Meer weten over de watersnoodramp van 1953 in Zeeland? Lees dan mijn blog over het Watersnoodmuseum.
Biezen, riet en wilgen: de ambachten van de Biesbosch
De gevolgen van de St Elisabethvloed waren niet gering. De binnenzee die ontstond werd gevoed door de Maas en de Waal. Er ontstonden zandplaten door het zand dat door de rivieren werd aangevoerd, een ideale bodem voor biezen. Het Biesbosch dankt er nog steeds haar naam aan.
De getijden zorgde ook voor dat er steeds een beetje slib werd aangevoerd en de zandplaten steeds hoger werden, totdat die boven het water uitkwamen. Er ging riet groeien en uiteindelijk ging men wilgen verbouwen op grienden. Grienden zijn kleine natte akkers, vaak buitendijks aangelegd. Door het grote verschil tussen eb en vloed (destijds 2 meter in de Biesbosch) liepen de akkers vaak onder water. Dijkjes rondom het griend hielpen de eilandjes droog te houden.
>>> Meer weten over de loop van de Maas, Waal en Rijn? Lees dan mijn artikel Rotterdam ligt niet aan de Maas.
>>> Een ander interessant natuurgebied dat door getijden wordt gekenmerkt is het Zwin in Zeeuws Vlaanderen, waar je ook heerlijk kunt wandelen.
Griendwerkers verbleven meestal de hele week op het griend, alleen op zondag kwamen ze thuis voor de kerk en (neem ik aan) voor het produceren van nageslacht. Het was een hard bestaan: de hutten waarin de griendwerkers verbleven waren vies en met regelmaat liepen de grienden onder water. In het Biesbosch Museum leer je hoe de gemiddelde werkdag van de grienswerker eruit zag en geloof me, dat van een blogger is heel wat aangenamer!
De wilgentakken waren een geliefd product. Men maakte er onder ander hoepels voor om voorraadtonnen mee te maken. Ook zogenaamde zinkstukken, waarmee havens en rivierstromen verstevigd worden werden van wilgentakken gemaakt. De Biesboschbewoners waren er ware meesters in. Hun zinkstukken zijn over de hele wereld gebruikt, zoals bijvoorbeeld in Dubai.
De vaste tentoonstelling van het Biesbosch Museum
Het Biesbosch Museum vertelt je dit allemaal, maar dan gedetailleerder en kleurrijker. Ook de sterke verhalen worden verteld en weerlegd. Zoals het ene kindje dat ronddrijvend in een mandje een paar dagen na de St Elisabethsvloed werd gered zou zijn. Het verhaal is mooi, maar erg onwaarschijnlijk. Varianten op het verhaal komen bovendien voor bij bijna alle watersnoden. Het dorp Kinderdijk zou er zelfs zijn naam aan te danken hebben.
Het Biesbosch in Tweede Wereldoorlog
Het Biesbosch Museum besteedt ook aandacht aan de roerige jaren uit de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers waren bang om het Biesbosch in te trekken omdat het er gevaarlijk en verraderlijk was met de grote getijdeverschillen. Om die reden werd het Biesbosch een mooi onderduikadres. Tot het einde van de oorlog naderde en Duitse soldaten voor de geallieerden het Biesbosch in vluchten. Door de aanwezige verzetsmensen werden ze vaak overmeesterd en van hun wapens ontdaan. Op die manier zijn er grote groepen Duitsers krijgsgevangen gemaakt.
Achter het museum staat een niet te missen groot rood kunstwerk dat ook aan de Tweede Wereldoorlog refereert. Het heet “Waiting for it to end” en is in 2020 gemaakt door Alaa Minawi. Het beeldt het wachten op het einde van de Tweede Wereldoorlog uit.
De tijdelijke expositie van het Biesbosch Museum gaat nog veel dieper in op het Biesbosch in de Tweede Wereldoorlog. Deze loopt nog tot eind mei 2021.
Het Biesbosch na de Tweede Wereldoorlog
De laatste decennia is er veel veranderd. De wilgentakken leverde steeds minder op. Veel grienden werden verlaten en de wilgen groeiden uit tot grote bomen. Het Biesbosch werd dus echt een bos. In een poging om het bosbeheer op een natuurlijke wijze vorm te geven zijn er in 1988 bevers uitgezet in de Biesbosch. Nu zwemmer er zo’n 300.
In 1970 kwam de Haringvlietdam gereed, wat het einde van de getijden in de Biesbosch betekende. Tegelijkertijd kregen de Nederlanders meer vrije tijd en ontdekten de Biesbosch als ideale plek voor waterrecreatie. Tot slot kwam er steeds meer behoefte het rivierwater meer de ruimte te geven om het aantal overstromingen tegen te gaan. De laatste vijfentwintig jaar zijn een aantal polders weer teruggegeven aan het water. Het eiland waarop het Biesbosch Museum is gehuisvest is daar het gevolg van.
Ook leuk: Wandelen langs de Haringvlietdam door de duinen en polders bij Hellevoetsluis.
Het Biesbosch Museum in de buitenlucht
Behalve de exposities in het gebouw kun je hier ook heel veel in de buitenlucht genieten, zowel binnen de hekken van het museum als daarbuiten.
De tuin van het Biesbosch Museum
Achter het museumgebouw ligt een diepe achtertuin. Hier kun je op schaal beleven hoe de Biesbosch werkt op een vlakte van 30 bij 30 meter met water en veel dijkjes. Kinderen kunnen op een warme dag zich uitleven en zelf grienden droogleggen door met de dammetjes te spelen. De waterspeeltuin is alleen in de zomermaanden geopend (april tot oktober).
Buitenmuseum de Pannekoek
Pal naast het Biesbosch Museum ligt het Buitenmuseum Pannekoek. Dit gedeelte is gratis toegankelijk. Waarom dit gedeelte Pannekoek heet, en waarom daarvoor de oude spelling zonder tussen-n wordt gebruikt; ik heb geen idee. Maar het is wel een bijzonder wandelgebied. Ze onderhouden hier de grienden zoals in de tijden van de griendwerkers. Er loopt een wandelroute van 2 kilometer, uit te breiden naar 3 kilometer. Onderweg kom je langs een eendenkooi, een schrankhut waarin de griendwerkers vroeger verbleven en een griendark (bootje). De onverharde paden slingeren langs wilgenakkers en tonen de teelt van wilgen in verschillende stadia.
Rondvaart in de Biesbosch
Vanuit het Biesbosch Museum vertrekken er elke dag rondvaarten met fluisterbootjes. De vaarroutes gaan door smalle kreken en sloten en laten je de mooiste plekken van de Biesbosch zien. De fluisterboten varen in principe het hele jaar, tenzij de weersomstandigheden dat echt niet toestaan (denk aan code geel of harde storm). Koude op zich hoeft geen probleem te zijn, want er is een kachel aan boord. De boten zijn ook voorzien van rolstoelplaatsen. Je kunt de rondvaart alleen boeken inclusief toegang tot het museum
Overige activiteiten in de Biesbosch
Wandelen in de Biesbosch
Wil je wat verder wandelen dan alleen de Pannekoek, dan vertrekken er nog heel veel andere wandelpaden vanuit het Biesbosch Museum. Trek je waterdichte schoenen maar vast aan voor het Laarzenpad. Of neem een lange ronde over de Kleine Noorwaard (13 kilometer). De mogelijkheden zijn legio. Kijk voor een aantal mogelijkheden op de website van het Biesbosch Museum.
Je hond is op bijna alle plekken welkom in de Biesbosch, meestal aangelijnd maar op sommige plekken ook los. In het Biesbosch Museum zelf zijn honden niet toegestaan.
Fietsen in de Biesbosch
Het gebied rond het museum is ook bij uitstek geschikt voor een fietstochtje. Bij het museum zelf kun je eventueel een fiets huren. Electrische fietsen kun je bij het museum gratis opladen. Er is een fietsroute van 23 kilometer beschikbaar langs knooppunten.
Is het Biesbosch MuseumEiland leuk voor kinderen?
De tentoonstelling in het Biesbosch Museum is niet heel erg leuk voor kinderen. Het overgrote deel bestaat uit teksten om te lezen of video’s om te bekijken. Hoe interessant het onderwerp ook moge zijn, voor kinderen zal dit toch snel erg langdradig worden.
Heel anders is dat in de speeltuin in de achtertuin. Hier kun je je kinderen, als ze oud genoeg zijn, prima een uurtje achterlaten en zelf het museum bekijken. Neem wel droge kleren mee.
Het buitenmuseum is voor kinderen ook wel aardig. Het is niet groot en de wandelroutes zijn niet te lang. Bovendien zullen de kinderen de schrankhut, het bootje boot en een eendenkooi zeker leuk zullen vinden. Het geheel is speels en leerzaam vormgegeven.
Alles bij elkaar genomen, denk ik dat ik het Biesbosch Museum niet direct kan aanraden als een echt kinderuitstapje. Maar het is wel een uitstapje waar je de kinderen met een gerust hart mee naar toe kunt nemen en meer dan voldoende bezig kunt houden om er zelf ook het maximale uit te halen.
In het artikel “Wandelen met kinderen in Noord-Brabant” van Reiskoe staan de vijf leukste kinderwandelingen in de provincie. Zij adviseren onder andere het Dierenvriendjespad elders in De Bieschbosch en geven tips over het huren van een bootje.
Praktische informatie over het Biesbosch Museum en omgeving
- Hoe kom je bij het Biesbosch Museum? Vanuit Werkendam neem je de Bandijk, rijd die 8,5 kilometer tot aan de Hilweg, ga hier linksaf en 2 kilometer zie je links het Biesbosch Museum.
- Met het openbaar vervoer ga je naar halte “Brabantse Oever, Werkendam” met Arriva-lijn 620. Dan is het nog een half uur lopen. Je kunt ook fiets huren op het staion Dordrecht Centraal en dan 10 kilometer fietsen.
- Je kunt ook met je eigen boot komen en aanmeren bij de passantensteiger van het museum
- Adres van het Biesbosch Museum: Biesbosch MuseumEiland, Hilweg 2, 4251 MT Werkendam
- Er is een gratis parking voor het Biesbosch Museum.
- In de Biesbosch zijn bijna overal honden aangelijnd toegestaan. In het museum zelf zijn honden niet toegestaan.
- Het museum kost voor volwassenen €9,50 per persoon. Het museum + rondvaart kost €19,00 voor een volwassene. Je kunt niet een rondvaart boeken zonder ticket voor het museum.
- De Museumkaart is geldig. Het Museum is dan gratis, de rondvaart is dan €9,50. Er zijn kortingen voor kinderen tot 12 jaar, CJP- of Senioren pas en voor groepen vanaf 20 personen. Kinderen tot 4 jaar zijn gratis.
- Reserveren voor de boot wordt aangeraden
- Het museum verhuurt enkele fietsen.
- Het Biesbosch Museum is het hele jaar geopend, behalve op oud- en nieuwjaarsdag en eerste kerstdag. In de winterperiode is het museum op maandag gesloten.
Plaats een reactie